Eric Leltz  RSS feed    

De druiven zijn zuur

Donderdag 27 maart 2014

eric leltz

In het Brabants Dagblad stond woensdag 26 maart een artikel over de besteding van de “Essent gelden”. Een artikel dat begint met het drieluik “de Hooiwagen” van Jeroen Bosch en waarbij het hooi staat voor bedrog, ijdelheid en materialisme, roept natuurlijk irritatie op. Ook is het artikel tendentieus met zinnen als “met het geld zouden de inwoners 20 jaar lang zijn gevrijwaard van gemeentelijke woonlasten“ en “de gemeenteraad laten kiezen tussen armoedebeleid en een nieuwe gymzaal”.  En de wat verhalende stijl van schrijven met “het leesbrilletje van een raadslid” en “een fulminerende inwoner” doet de aandacht afleiden van de feiten.

Maar als we door de stijl heenkijken en in zoemen op de genoemde feiten, blijft het volgende over:

  • Het Stadskantoor waar de eerste 110 miljoen gulden naar toe gingen die een nog geen 20 jaar oud gebouw moet vervangen,
  • De Parkeergarage aan de Wolvenhoek van €8 miljoen
  • De Muzerije van €8,3 miljoen met een uitloop naar €13 miljoen
  • Het Museumkwartier van €25 miljoen met een uitloop naar €52 miljoen
  • Een beveiligingssysteem en een klimaatbeheersingssysteem voor het Museumkwartier van €10 miljoen
  • Jeroen Bosch Jaar (JB500) met €6 miljoen
  • Theater aan de Parade voor €50 miljoen
  • Bibliotheek voor €33 miljoen

Hiervoor is voor een flink deel uit het structuurfonds (de Essent gelden) geput. Niets mis met een structuurfonds waar geld voor grote bouwprojecten uit wordt gehaald als dat maar vooraf zo in de gemeenteraad is afgesproken. Maar dat lees ik nergens. Meestal worden met dit soort incidenteel verkregen gelden reserveringen aangelegd om “mooie dingen voor de inwoners te doen die anders niet kunnen”. Maar dan wordt eerder gedacht aan bijvoorbeeld verlichting langs een fietspad of zonnepanelen op de kinderboerderij, dan aan grote bouwprojecten.

Nu blijft het beeld hangen van veel buitenkant, de mooie gebouwen, zonder dat goed is nagedacht over de structurele exploitatie. En het megalomane denken wordt versterkt als JB500 in een raadsvoorstel wordt vergeleken met de Olympische spelen (Barcelona, Sydney, Londen, Den Bosch).

Maar de druiven zijn zuur. Enkele raadsleden reageren nog voor dat B&W met een reactie komt, als door een wesp gestoken. En het wij/zij denken komt op: “de onderzoekers hebben het mis”, “onbegrijpelijk dat omroep Brabant hier een platform voor biedt” en “de inwoners die op het krantenartikel reageren begrijpen het niet”. Maar die inwoners vertegenwoordigen wel de “stem van de straat”. Interessant is dan om te onderzoeken hoe ver deze mening gedragen wordt in Den Bosch. Als dat breed is dan valt er nog heel wat uit te leggen. Als het al valt uit te leggen. De reactie van B&W was in ieder geval niet echt sterk. Veel zaken die op zich waar zijn "de onroerend zaak belasting (OZB) is de laatste jaren niet omhoog gegaan” maar die nu even minder ter zake doen of zaken als "ecologische verbindingszones, economisch fonds en onderwijshuisvesting" waar ook gelden naar toe zijn gegaan. Maar daar wordt toch al in geinvesteerd dus waar heeft het Essent geld uit het structuurfonds dan het verschil gemaakt?

Ik denk dat er nog veel mooi werk te doen is in Den Bosch.

Ede2.0

Maandag 04 november 2013

eric leltz

Afgelopen week stond de begroting op raadsagenda. Het is zichtbaar dat de tijd van de kaasschaaf, overal wat vanaf bezuinigen, voorbij is. Het komt nu aan op fundamentele en innovatieve keuzes.

De begroting gaat over cijfers maar het moet eigenlijk gaan over de mensen achter de cijfers. Neem als voorbeeld de WMO. Het is geen geheim dat ons een enorme opgave te wachten staat met de drie decentralisaties. Volgens de Raad voor de Rechtspraak is de WMO zeer conflictgevoelig. Als we dat niet goed uitwerken zou het aantal mensen dat in de problemen komt, het aantal bezwaarschriften en het aantal rechtszaken weleens fors kunnen toe nemen. Dat baart zorgen zeker in het lange termijn perspectief van Ede:

  • een afnemend weerstandsvermogen en
  • een financieringstekort van €86 miljoen in 2017

Het is tijd om onszelf als het ware te herontdekken. De vraag is dan niet "hoe krijgen we de inwoners mee" maar "hoe kan de gemeente haar inwoners bijhouden". De gemeente wil haar inwoners graag aanspreken op de eigen kracht maar worstelt met de eigen wil van de inwoners. Inwoners kunnen ook best veel zelf doen maar nu moet dat nog wel vaak op de door de gemeente voorgeschreven wijze. Daarom gaat inwonerskracht niet altijd samen met beslissingsmacht. Geef plaats aan het organiserend vermogen van de mensen, geef hen meer handelingsvrijheid en stuur minder op regels en voorschriften. Het adagium is dan "controle is goed, maar vertrouwen is beter". Want mensen willen wel veranderen, maar ze willen niet veranderd worden. En mensen willen best wat doen voor een ander maar niet als dit:

  • wordt opgelegd,
  • als vanzelfsprekend wordt gezien of
  • als in "no-time" gesubsidieerde instellingen de succesvolle zaken overnemen.

Hierbij past een pro-actief beleid. Zet nu de eerste stappen. Zoek de inwoners op en loop op hen af bij het voetbalveld, in het winkelcentrum, op het dorpsplein, bij de kerstmarkt. Vraag waar ze trots op zijn en wat Ede voor hen zo bijzonder maakt. Start gewapend met deze kennis een pilot waarin een buurt veel meer verantwoordelijkheden krijgt maar ook de middelen om zaken zelf op te pakken. Dan start Ede2.0.

Participatie overheid

Woensdag 09 oktober 2013

eric leltz

In toenemende mate wordt een beroep gedaan op de ‘eigen verantwoordelijkheid’ van inwoners. Daar is niets mis mee want daar ligt ook een kracht: je hebt er een goed overzicht van wat geaccepteerd wordt. Zo voorkom je bijvoorbeeld dat vanachter een bureau een trapveldje wordt bedacht waar de bewoners liever een bloemenperk hebben. Maar om optimaal gebruik te maken van de "kijk van de wijk" past het om de wijk te ondersteunen. Dus "faciliteren en stimuleren". Hier ligt een rol voor de (lokale) overheid. De 10% fanatiekelingen hebben dit niet nodig, zij nemen als vanzelfsprekend het initiatief. De 10% zeurpieten zullen ook hierdoor niet over de brug komen. Maar dat geeft niet want zij zijn toch nog niet klaar om een ander te helpen. De overige 80% wil wel helpen en meedoen maar dan moeten er niet al te veel drempels zijn.

Dit "faciliteren en stimuleren" kan op veel manieren en op veel niveaus. Wat dit laatste betreft kan het betrekking hebben direct op de "zorg"vrager, op de (sociale) omgeving zoals buren en vrienden, en op de familiaire omgeving. Een voorbeeld van het eerste is de thuishulp. Een voorbeeld van het tweede is zorgen dat mensen elkaar leren kennen. Dan help je elkaar eerder. Bijvoorbeeld kleinschalige winkels in de wijk, projecten waarbij scholen opdrachten doen in de wijk, een wijkboerderij en een buurthuis.

De hulp op de eerste twee niveaus is direct van persoon tot persoon. Dit is op het derde niveau soms lastig omdat de familie ver weg woont. Deze kan dan afhaken. Een systeem waarbij de zorg voor een familielid dan plaatsvervangend in een andere stad kan worden gedaan, biedt uitkomst. Zorg dan dat het familielid "zorgpunten" kan verdienen die een ander familielid elders weer kan inzetten. En bijkomend voordeel is dat deze punten helemaal niet met zorgtaken verdiend hoeven te worden. Want maar al te vaak wordt er van uit gegaan dat iedereen zomaar zorgtaken op zich kan nemen. Alsof dat geen vak is. Dus grasmaaien bij de buren in Groningen en daarmee zorgpunten verdienen voor tante in Maastricht, zodat zij thuishulp kan inroepen.

En klinkt dit allemaal ingewikkeld. Informatie en communicatietechnologie kan hier een grote rol in spelen door vraag en aanbod aan elkaar te koppelen. Dit kan ook via een ruilmiddel. Ik introduceerde in mijn blog van 4 april 2010 al de EDO. Je krijgt dan een complementair betaalsysteem. Met een dergelijk systeem kun je vrijwilligerswerk waarderen zonder dat daar geld aan te pas komt. De waardering vindt plaats op grond van wederkerigheid en de “munt”eenheid is een uur. Met een uur werk voor de een kun je een uur van een ander vragen. En het mooie is, je kunt dit uurtje zelf gebruiken maar je kunt het dus ook aan een ander geven. Zoals bijvoorbeeld aan tante uit Maastricht.

Op deze wijze vloeien door de "social media", de "netwerk samenleving" en de door het kabinet gewenste "participatie samenleving" naadloos in een.

Politiestaat

Donderdag 03 oktober 2013

eric leltz

Gisteren was er veel ophef over het proefverlof van Volkert van der G. In mei 2014 heeft hij 2/3 van zijn strafmaat uitgezeten en in Nederland betekent dit dat de straf er dan ook op zit. Het is voor de gevangene dan goed om al vast te wennen aan de samenleving, vandaar het proefverlof. Tussen het begin van de gevangenisstraf en nu is er immers veel veranderd in de maatschappij. De raad van strafrechttoepassing gaf ook groen licht voor een proefverlof "omdat de kans op herhaling verwaarloosbaar is". Daarbij moet niet worden vergeten dat ook als het proefverlof niet doorgaat, de straf er sowieso in mei 2014 op zit. Dan heeft van der G. gewoon het recht op vrijheid. We praten dus over driekwart jaar eerder (proef)vrij of niet.

Het is in dit licht ongepast als de politiek zich gaat bemoeien met de vrijstelling. Ingrijpen in de afspraken die we met elkaar hebben gemaakt over de rechtspraak neigt naar een politiestaat waarbij emotie en willekeur de overhand nemen. In het geval van van der G. speelt natuurlijk de maatschappelijke onrust een rol. Die is door de impact van zijn daad vele malen groter dan die van menig andere gevangene die met proefverlof gaat. Maar dat betekent nog niet dat hij geen rechten heeft en wij ons niet aan onze eigen spelregels hoeven te houden. En ik begrijp best dat dit lastig is en ik begrijp ook dat er risico's aan zijn vrijlating verbonden zijn. Maar daar moet dan specifiek de aandacht op worden gericht. Dat past bij een volwassen rechtsstaat.

In feite vindt de discussie van nu zijn oorsprong in de strafmaat die destijds is opgelegd: 18 jaar waarvan dus effectief 12 jaar moet worden uitgezeten. Dit wordt door velen als veel te laag gezien. Dit werd destijds nog onderstreept door het Openbaar Ministerie die levenslang had geëist. Wellicht valt hieruit de les te leren dat de rechtelijke macht wat beter moet aanvoelen wat breed in de maatschappij leeft.

Archief



Rubrieken